Toen kwam de lente en nestelden er zich twee vogeltjes in de boom, precies naast de flat van Opa en Oma Bokkepoot. De vogeltjes bouwden een nestje op een tak, precies naast het
raam van Opa en Oma Bokkepoot. Ze leggden eieren en uit die eieren kwamen jonge vogeltjes. En elke ochtend zongen de vogeltjes het hoogste lied. Ze maakten zoveel lawaai dat Opa zijn krantje niet meer kon lezen. “Scheer
je weg!” riep hij naar de vogels, en hij zwaaide met zijn krant. Maar de vogels bleven rustig zitten.
Op een dag was de maat vol en besloot Opa er wat aan te doen. Met de krant zwaaiden had niets geholpen. En ook van zijn gemopper trokken de vogeltjes zich niks aan. Opa besloot
om ze met eigen handen uit de boom te verjagen. Hij opende het raam en kon, als hij zich ver genoeg uitstrekte, precies bij de tak waar de vogeltjes op zaten. Opa zette een been op de vensterbank en een been op de tak. “Zou
je dat nu wel doen!” Riep Oma Bokkenpoot verschrikt. Opa mopperde dat het tijd was om de vogels te verjagen, en precies toen hij dat zei, gleed hij met zijn voet van de tak. “Hoeeeei!” Gilde Oma van schrik. Maar Opa
had gelukkig zijn wandelstok bij zich en daarmee hield hij zich vast aan de tak. Zo bungelde hij daar een tijdje tot de brandweer van het stadje met veel lawaai de hoek om kwam scheuren. Gelukkig was de takelwagen net lang
genoeg om Opa uit de boom te halen. Alle bewoners van het flatje hingen uit het raam. En alle mensen die een boodschap in het winkeltje deden waren naar buiten gelopen. Zoiets hadden ze nog nooit gezien. “Kijk, er hangt
een Opa in de boom!” Riep een jongetje dat voorbij liep. En iedereen keek. Na een half uurtje zat Opa weer veilig op zijn stoel bij het raam. En de vogeltjes? Die zaten nog lekker op hun nest.
Toen kwam de tijd dat de vogeltjes groot waren en uitvlogen. Het nestje was leeg en de rust in het flatje van Opa en Oma Bokkenpoot was terug gekeerd. Elke dag was weer het zelfde.
Opa begon de dag met het roken van een pijp. Daarna ging hij naar beneden voor een moppertje, kocht hij zijn krantje en nam hij het liftje weer terug naar boven. Oma gaf de bloemetjes water, stofde de kastjes af en zette een
kopje koffie. “Er is hier nooit eens wat te doen”, bromde Opa. “Er is hier nooit eens wat te doen”, kraaide Oma.
2 comments:
Sommige mensen houden echt van mopperen.. Ik niet, ik mopper wel, maar heb daar ook een hekel aan. Word er niet gelukkig van (en ook niet van mopperende mensen trouwens). Wat denk jij zouden er ook mensen bestaan die echt gelukkig worden van mopperen?
Ik denk het uiteindelijk niet. "Denk positief, voel je beter" werkt toch meestal uiteindelijk wel. Maar ik denk wel dat het voor sommige mensen moeilijk is om een zo vastgeroeste denkwijze te veranderen. Dat lukt alleen als je het wilt. Wel jammer, het zou de wereld wel wat gezelliger maken.
Post a Comment