Was werkelijk waar voor niemand bang
Hij ratelde er op los
Langs de bomen van het bos
Hij gleed lekker door het gras
En sliste in het struikgewas
Hij joeg de mensen graag op hol
Oh, hij had de grootste lol
Als hij zijn prooi in de verte zag
Moest hij al sissen van de lach
Hij hield zich dan schuil
En liet heel vuil
Een sisgeluid ontsnappen
Wat iedereen naar adem deed happen
Bij mooie dames kietelde hij hun hielen
Die van schrik dan bijna op hem vielen
Maar met kinderen had hij het meeste plezier
Kreeg hij hun in het verzier
Dan verstopte hij zich in het mos
En ratelde er flink op los
Was deze gemene Richard de slang
Dan werkelijk waar voor niemand bang?
Want owee je gedwee zijn moeder hem riep
Dan zag hij zo bleek als een kind met de griep
Want voor Richard de slang was er niets ergers dan dat
Zijn moeder hem zei “Je moet in bad!”
No comments:
Post a Comment